We laten je graag vrij in de keuze hoe je met onze methodes werkt. Je kunt ervoor kiezen om de leerlingen te laten schrijven in een groot schrift, gebruik te maken van PDF-werkboeken, of digitaal te werken in de methode zelf.
Standaard staan de tekstvakjes aan. Als je wilt dat leerlingen in een schrift of werkboeken werken, moet je de functionaliteit uitzetten.
Je kunt deze antwoorden per leerling of per klas en per opdracht bekijken. Hieronder leggen we uit hoe het werkt.
1. Functionaliteit aanzetten / uitzetten
In de docentenomgeving bij ‘Klassen & leerlingen’ kun je de functionaliteit ‘digitaal antwoorden’ uitschakelen wanneer je een klas toevoegt of wijzigt. Standaard is deze functie ingeschakeld.
Bij het wijzigen van de klas open je het schuifje bij “digitaal antwoorden”.
Wat ziet de leerling?
De leerling ziet onder elke afzonderlijke vraag (a-b-c) een tekstvak. Dit tekstvak past zich automatisch aan aan de lengte van het antwoord. De tekst wordt automatisch opgeslagen, dus er is geen “opslaan”-knop. De leerling vult zijn antwoord in het tekstvak in.
