De docent kan het niveau (basis, kader en gt) per klas, maar ook per leerling instellen. Binnen één klas kun je dus werken met verschillende niveaus. Ongeacht het niveau is de structuur (modules en lessen) hetzelfde.

De docent kan het niveau (basis, kader en gt) per klas, maar ook per leerling instellen. Binnen één klas kun je dus werken met verschillende niveaus. Ongeacht het niveau is de structuur (modules en lessen) hetzelfde.
Iedere module bevat een maak-, kijk- en doe-opdracht. Deze kunnen worden ingezet als praktische opdracht. Of gewoon om de stof te herhalen.
Iedere praktische opdracht bestaat uit een aantal stappen, met daaronder een “rubric” waarmee leerlingen zelf controleren of deze stap onvoldoende/voldoende/goed is gegaan. Dit stimuleert leerlingen om kritisch naar hun eigen werk te kijken. De docent kan dit tevens gebruiken voor zijn beoordeling.
Lees verderEen module bevat verschillende meerkeuzetoetsen waarmee de leerling zichzelf kan testen. Onderaan elke les staat een aantal oefenvragen waarmee te leerlingen kan testen of hij de stof beheerst. Iedere module bevat een Test jezelf en op de Begrippenpagina vind je flashcards en links naar wrts en Quizlet om de begrippen te oefenen.
Lees verderLeerlingen verwerken de lesstof met behulp van opdrachten die tussen de lesstof staat. Als docent kun je ervoor kiezen om binnen de lesmethode zelf te werken, gebruik te maken van een schrift of van onze werkboeken.
Lees verderBij Methode M kun je leerlingen zelfstandig laten nakijken. Handig als je leerlingen zelfstandig laat werken, meer wilt differentiëren of een leerling een les heeft gemist. We leggen je hieronder uit hoe dit er in de lesmethode uitziet.
Lees verderAls docent heb je de mogelijkheid om de leerlingen de antwoorden in de methode zelf te laten invullen. Je kunt deze antwoorden per leerling of per klas en per opdracht bekijken. We leggen je hieronder in drie stappen uit hoe het werkt.
Lees verder